Stoofpotjes vind ik echt het allerlekkerste gerecht dat er bestaat. De structuur van het vlees, het vocht erbij zodat je het lekker over frietjes heen kunt doen en de variëteit in smaken. Het dient natuurlijk wel “vlezig” te smaken en daarom gaat er vaak een vleesfond bij of bouillon. Door het lange stoven van het vlees geeft het vlees natuurlijk zelf ook veel smaak af en daarom zijn stoofpotjes altijd zo goed op smaak! Het eerste recept dat ik deel is een stoofpotje met ruderriblappen, wortel en bleekselderij.
Stoofvlees
Als vlees wordt er vaak runderriblap gebruikt maar ook magere runderlappen en sukadevlees.
Runderriblappen
Runderriblap gebruik ik eigenlijk het meeste want deze heeft een wat grove draadjesachtige structuur, bevat nog wat vet (vet = smaak en houdt het vlees sappig) en heeft na het stoven de structuur die ik persoonlijk het lekkerst vindt. Zelf stoof ik het runderriblap 4 uur maar het ligt er ook weer aan of je nog meer een blokjesvorm wilt behouden (3 uur stoven) of liever hebt dat er echt “draadjesvlees” ontstaat.
Magere runderlappen
Magere runderlappen hebben een kortere stooftijd, minder vet en is wat fijner van structuur. Houdt er rekening mee dat dit vlees wat droger is omdat hij minder vet bevat. Magere runderlappen stoof je in 2 – 3 uur.
Sukadelappen
Sukadevlees is ook fijn van structuur en is mager maar heeft wel het langst nodig om te stoven, zeker 4 uur. Dit heeft met die bekende zeem in het midden te maken maar deze is na 4 uur gewoon opgelost.
Vloeistof om in te stoven
Als vocht om het stoofvlees in te stoven wordt er zoals ik schreef dus vaak bouillon of vleesfond gebruikt maar je kunt ook bijvoorbeeld tomaten uit blik gebruiken, kokosmelk, bruin bier of wijn. Ook gaat er altijd een zuurtje bij. Als je bijvoorbeeld boeuf bourguignon maakt dan het je het zuurtje gelijk door de wijn die je als vocht om in te sudderen toevoegt. Een zuurtje helpt het afbreken van het vlees en peesjes. Je kunt allerlei soorten azijn gebruiken, citroensap, worcestersauce en wijn.
Smaakmakers
Smaakmakers om aan het stoofpotje toe te voegen zijn ook weer afhankelijk van wat je maakt. Denk bijvoorbeeld aan “ouderwetse” kruiden en specerijen zoals gedroogde laurierblaadjes, kruidnagel, jeneverbessen en piment. Een scheutje cognac, rode port en sherry doen het ook vaak goed en een eetlepels bruine basterdsuiker of het wat zoeter te maken is ook erg lekker. Je ziet ook wel dat een stoofpotje dikker gemaakt wordt met ontbijtkoek. Deze geeft er ook gelijk weer een lekkere smaak aan door de specerijen die erin zitten! Past dit niet in de stijl dan voeg je bloem of maïzena toe om de saus wat te binden.
Bakken van het vlees
Schroei het stoofvlees mooi bruin door te zorgen dat je pan super heet is. Het vlees karamelliseert zo en dit geeft een heerlijke smaak aan je gerecht. Bak ook meerdere kleine porties vlees om te voorkomen dat de hoeveelheid vlees de pan koelt en het vlees vocht gaat loslaten in plaats van te karamelliseren. Liever iets meer tijd besteden aan het bakken dan smaak verloren laten gaan!
Zorg dat je een grote braadketel hebt zodat je gelijk een grote hoeveelheid kunt maken en gebruik twee pannen voor het aanbakken van het vlees en de groenten (bespaart tijd). Idealiter maak je de hoeveelheid van dit recept (1400 gram vlees) en vries je porties in voor later mocht je met minder dan zes personen zijn! Ik heb nu nog twee porties in de vriezer, wat een feest!
Mijn goed gevulde stoofpot
Dit stoofpotje met runderriblappen maakte ik met veel groenten. Als je ze aan het snijden bent en in de pan bakt geloof je nooit dat het stoofvlees de ster van dit stoofpotje gaat worden! Maar geloof mij.. Ze slinken en geven super veel smaak aan het gerecht! Als zuurtje koos ik voor appelazijn en voor wat extra smaak cognac en laurierblad. Erbij maakte ik zelfgemaakte ovenfriet (met schil). Gezonder, voedzamer en lekkerder plus het is ook nog eens zo gemaakt! In de tip onder de instructies vind je het recept.
Laat het stoofvlees smaken en experimenteer er lekker op los met bovenstaand lesje 😉.